10 I.2 Paard (niv 1)
Initiatie proef 2
JENS VERMEERSCH
George H.
  H C Diff
1 A-F-B-M-C Binnenkomen in arbeidsdraf op de linkerhand

(lichtrijden)
7 7
2 H-X-K Gebroken lijn (lichtrijden) 7 7
3 A-X-A Cirkel (20m) 7 7
4 F-X-H Diagonaal van hand veranderen (lichtrijden) 7 7
5 M-X-F Gebroken lijn (lichtrijden) 7 7
6 K-B
Vanaf M
Van hand veranderen
Doorzitten
8 7 ±1
7 C-X Halve cirkel (20m) 6.5 7 ±0.5
8 X-C
en
Tussen
X & C
C
Halve cirkel
Arbeidsgalop links aanspringen
Hoefslag volgen
7 6.5 ±0.5
9 E-B-E Cirkel (20m) 7 7
10 Tussen
K & A
Arbeidsdraf 6 7 ±1
11 Tussen
F & B
B
Middenstap
Afwenden
7 7
12 X
E
Halthouden, 3 sec. stilstaan, daarna
voorwaarts in middenstap
Rechterhand
7 6.5 ±0.5
13 Tussen
E & H
C-X
Arbeidsdraf
Halve cirkel (20m)
7 7
14 X-C
en
Tussen
X & C
C
Halve cirkel
Arbeidsgalop rechts aanspringen
Hoefslag volgen
5 6 ±1
15 B-E-B Cirkel (20m) 7 7
16 Tussen
F & A
A
Arbeidsdraf (doorzitten)
Afwenden
7 7
17 Tussen
A & X
Tussen
X & G
Middenstap
Halthouden en groeten
6 6.5 ±0.5
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
     
 
1 Zuiverheid der gangen, lichtheid, soepelheid

en regelmaat
2 7 6.5 ±0.5
2 Impuls (frisheid, elasticiteit, ruggebruik en het

ondertreden van de achterhand)
2 7 6 ±1
3 Gehoorzaamheid, aannemen en doorlaten van
de hulpen (aandacht en vertrouwen,
harmonie, ontspanning, aanleuning en
relatieve oprichting)
2 7 7.5 ±0.5
4 Houding en zit, inwerking van de ruiter en het

correcte gebruik van de hulpen
2 7 7
5 Commentaar op de verzorging van het geheel      
 
1ste fout
2de fout
3de fout